17838 |
middagdutje |
ungeren (zn.):
oenjere (L433p Nieuwstadt)
|
Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17839 |
middagdutje doen |
ungeren (ww.):
unjere (L433p Nieuwstadt)
|
Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
middageten:
middich èètə (L433p Nieuwstadt),
middigaete (L433p Nieuwstadt),
e van les
middigeten (L433p Nieuwstadt),
noen, de -:
noun (L433p Nieuwstadt)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
lange:
lange (L433p Nieuwstadt)
|
De middelste kegel [paap, tulleman, sullepaap, kegeljan, negenman]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17668 |
middelvinger |
middelvinger:
middelvinger (L433p Nieuwstadt)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
23358 |
middenpad |
middengang:
middegank (L433p Nieuwstadt)
|
De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23353 |
middenschip |
midden:
in et midde (L433p Nieuwstadt),
middenschip:
middesjeep (L433p Nieuwstadt)
|
De hoofdruimte, de grote middelruimte van een kerkgebouw [schip, langschip, middenschip, middelsjeep?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22877 |
midvoor |
centervoor:
center-veur (L433p Nieuwstadt)
|
Midvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
27655 |
mijnarts |
mijnarts:
mīnarts (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Op alle mijnen kende men een modern ingerichte verbandkamer. Onder leiding van een mijn- of bedrijfsarts werd hier voor geneeskundige behandeling gezorgd. [N 95, 952]
II-5
|
28200 |
mijnbrand |
mijnbrand:
mīnbranjtj (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Brand in het ondergrondse gedeelte van een mijn. [N 95, 232]
II-5
|