27676 |
mijnemplacement |
terrein:
terrein (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Het gehele mijnterrein bovengronds. [N 95,3]
II-5
|
27310 |
mijngas |
mijngas:
mīngās (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Een kleurloos, reukloos en smaakloos gas dat lichter is dan lucht, in bepaalde concentratie met lucht brandbaar of ontplofbaar en bij grote hoeveelheden verstikkend. Mijngas bevindt zich in de kool, het dak- en vloergesteente van de laag en in spleten en scheuren van het gesteente (MBK IV pag. 25). De term "gas" wordt in de Belgische mijnen slechts sporadisch gebruikt (Vanwonterghem pag. 114). [N 95, 229; monogr.; Vwo 336; Vwo 348]
II-5
|
28199 |
mijngasontploffing |
mijngasontploffing:
mīngāsǫntplǫfeŋ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Een ontploffing van mijngas. [N 95, 235; monogr.]
II-5
|
27554 |
mijnhorloge |
kuiluur:
kulūr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
[N 95, 67]
II-5
|
27912 |
mijnhout |
stijlenhout:
štilǝnhǫwt (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Algemene benaming voor al het in de mijn gebruikte hout. De opgaven die een specifieke soort hout aanduiden, bijvoorbeeld "kophouten", "spitsen", etc., zijn verplaatst naar de desbetreffende lemmata. [N 95, 311; monogr.]
II-5
|
27704 |
mijnhoutterrein |
houtterrein:
houtterrein (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Terrein waar het hout ligt dat nodig is om de mijngangen te ondersteunen. [N 95, 36; monogr.]
II-5
|
27540 |
mijnkleding |
kuilkleder:
kulklęjǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De benaming voor mijnkleren in het algemeen. Een informant uit Q 121 merkt op dat "kuilmontuur" de benaming was voor kleding die men ondergronds droeg. [N 95, 59; monogr.]
II-5
|
28309 |
mijnlocomotief |
machine:
mǝšīn (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Locomotief voor het ondergronds bedrijf die wordt aangedreven door perslucht, elektriciteit of met behulp van een dieselmotor. De opgave "trolley" uit Q 12 voor de mijn in Eisden duidt een elektrische locomotief aan. [N 95, 700; monogr.; Vwo 283; Vwo 480; Vwo 481]
II-5
|
27790 |
mijnmeter |
mijnmeter:
mīnmę̄tǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De mijnmeter voert in een mijn metingen uit en werkt details van het mijnplan uit. Vanwonterghem (pag. 114) spreekt van een beëdigd bediende die topografische opmetingen moet doen en ze op kaart moet uitwerken. Het woordtype "kettingtrekker" (Q 21), eigenlijk de benaming voor de hulp van de mijnmeter, werd op de mijn Maurits gebruikt als spotnaam voor de mijnmeter. Zie ook het lemma Hulp Van Mijnmeter. [N 95, 138; monogr.; Vwo 114; Vwo 154]
II-5
|
27678 |
mijnmuur |
mijnmuur:
mīnmūr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 38b]
II-5
|