| 17801 |
scherp luisteren |
de oren spitsen:
de ore spitse (L433p Nieuwstadt)
|
[N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 17823 |
schielijk vallen |
kwakken:
kwakke (L433p Nieuwstadt)
|
vallen, Snel, schielijk ~ (brussen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 27878 |
schietdamp |
schietdamp:
šęjtdamp (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
schietkwalm:
šęjtkwalm (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
schietstub:
šęjtštø̜p (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Julia])
|
De damp die ontstaat na het tot ontploffing brengen van de springstoffen. Niet verdunde schietdampen zijn schadelijk voor de gezondheid. [N 95, 428; N 95, 775; monogr.]
II-5
|
| 21365 |
schieten |
schieten:
šęjtǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Losbreken van delfstoffen, grond en gesteente door middel van springstof. [N 95, 395; N 95, 429; monogr.; Vwo 49]
II-5
|
| 27850 |
schietgat |
boorgat:
bǭrgāt (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
boorlok:
bǭrlǭk (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Gat, geboord in het los te schieten gesteente. Later wordt dit gat opgevuld met springstof. [N 95, 399; monogr.; Vwo 160; Vwo 519]
II-5
|
| 27851 |
schietgaten boren |
boren:
bǭrǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma])
|
[N 95, 400; monogr.]
II-5
|
| 23634 |
schietgebed(je) |
schietgebedje:
sjeitgebedje (L433p Nieuwstadt)
|
Een schietgebed(je), stootgebed. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23637 |
schietgebedjes doen |
schietgebedjes doen:
sjeitgebedjes doon (L433p Nieuwstadt)
|
Schietgebedjes doen [kreppelen?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 27858 |
schietkabel |
schiet(s)kabel:
šęjtkābǝl (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Een door een rubbermantel of plastic isolatie beschermde twee-aderige kabel die de verbinding vormt tussen enerzijds het schiettoestel en anderzijds de schietdraden van de verschillende ontstekers. De schietkabel is tenminste 50 meter lang om het de schietmeester mogelijk te maken de ladingen vanaf voldoende afstand te laten springen (Defoin pag. 144). Omdat in vraag N 95, 410 geen onderscheid werd gemaakt tussen "schietkabel" en "schietdraad" kan een aantal in dit lemma opgenomen opgaven ook van toepassing zijn op de schietdraad (zie ook het lemma Schietdraad). [N 95, 410; monogr.]
II-5
|
| 27847 |
schietkist |
munitiekist:
mǝnysikes (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Kist waarin de schiethouwer of schietmeester springstof en eventueel ook het schiettoestel ondergronds kan opbergen. [N 95, 421; monogr.]
II-5
|