18137 |
blauw oog |
blauw oog:
blaw oug (L433p Nieuwstadt)
|
Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)]
III-1-2
|
24473 |
blauwe bosbes |
morbel:
u-klank als in Duits Luft
murbel (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt),
mormel:
mormel (L433p Nieuwstadt)
|
blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
bromvlieg:
bromvleig (L433p Nieuwstadt)
|
bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
17691 |
blazen |
spoezen:
sjpoeze (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
24978 |
blijven hangen, blijven plakken |
plakken:
plekke (L433p Nieuwstadt)
|
ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
27659 |
blijvend invalide |
voor honderd procent invalide:
vø̄r høndǝrt pɛrsɛnt envalit (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
[N 95, 968]
II-5
|
25111 |
bliksem, bliksemflits |
bliksem:
bliksəm (L433p Nieuwstadt),
blits:
blits (L433p Nieuwstadt)
|
bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
27763 |
blinde schacht, tussenschacht |
blinde schacht:
blęnjǝ šaxt (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Julia]),
tussenschacht:
tø̜šǝšaxt (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Maurits])
|
Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804]
II-5
|
22353 |
blindemannetje spelen |
blindemannetje:
blenje menke (L433p Nieuwstadt)
|
Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25018 |
blinken, glimmen, glanzen |
blinken:
blinke (L433p Nieuwstadt)
|
een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|