27646 |
verbandkamer |
verbandkamer:
vǝrbantjkāmǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
verbandspost:
vǝrbanjtjspos (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Ruimte bovengronds waar onder leiding van een bedrijfs- of mijnarts verwondingen behandeld kunnen worden. [N 95, 26; N 95, 951; N 95, 952; monogr.]
II-5
|
27647 |
verbandmeester |
verbandmeester:
vǝrbanjtjmęjstǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951]
II-5
|
21433 |
verbeuzelen |
muilen:
Van Dale: muilen, (gew.) morren, pruilen.
moele (L433p Nieuwstadt)
|
zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbinje (L433p Nieuwstadt)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18940 |
verbruien |
verknoeien:
verknoje (L433p Nieuwstadt),
zich begaden:
zich begaaije (L433p Nieuwstadt)
|
door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
geldj verdeine (L433p Nieuwstadt)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
verdieping:
vǝrdęjpeŋ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Eisden])
|
Indien men met de schacht(en) tot een bepaalde diepte in het carboongesteente is doorgedrongen, wordt vanuit de schacht een aantal nagenoeg horizontale gangen gedreven. Door deze gangen worden de koollagen in het mijnveld ontsloten. Het uiteindelijke netwerk van deze gangen vormt de verdieping. Een invuller uit Q 121 maakt voor de Domaniale mijn een onderscheid tussen een verdieping bij een hoofdschacht en een verdieping bij een tussenschacht. De eerstgenoemde verdieping noemt hij een "zool" terwijl de verdieping van een tussenschacht volgens hem als een "gesetz" wordt betiteld. De zegsman uit L 286 merkt voor de mijn in Eisden op dat men daar de verdiepingen voorziet van een nummer, bijvoorbeeld "zeshonderd". [N 95, 381; N 95, 174; monogr.]
II-5
|
24634 |
verdord |
verdord:
verdord (L433p Nieuwstadt)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsie (L433p Nieuwstadt),
weg:
weg (L433p Nieuwstadt)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17924 |
verfrommelen |
frommelen:
frommele (L433p Nieuwstadt)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|