27926 |
zetspie |
hering:
hereŋ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale]),
visvormige spie/spij:
vē̜švørmegǝ špi (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma])
|
Spiekrik waarmee een metalen stijl, bijvoorbeeld een Gutehoffnungshüttestijl, tussen dak en vloer vastgeklemd kan worden. De woordtypen die verwijzen naar een vis zijn terug te voeren op het feit dat de spie een visvormig uiterlijk heeft (Lochtman pag. 83). [N 95, 345; N 95, 760 add.; monogr.; N 95, add.]
II-5
|
19718 |
zeven |
zeven:
zeeve (L433p Nieuwstadt),
zijvə (L433p Nieuwstadt)
|
zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
24810 |
zevenblad |
kraaipoot:
krǭpōt (L433p Nieuwstadt),
-
kraopoot (L433p Nieuwstadt)
|
Aegopodium podagraria L. Zeer algemeen voorkomend lastig onkruid op beschaduwde plaatsen en op vochtige of bemeste grond met voortwoekerende wortelstokken. De onderste bladeren aan de kantig gegroefde stengel zijn veervormig samengesteld met 3 drietallen of 7 blaadjes, de hogere bladeren zijn drietallig. De schermvormige kroon is wit. De plant bloei van juni tot september. De hoogte varieert van 60 tot 90 cm. [A 17, 11; monogr.] || zevenblad [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|
27708 |
zeverij |
zeverij:
zēvǝri (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.]
II-5
|
18804 |
zich bedenken |
zich bedenken:
zich bedenke (L433p Nieuwstadt)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17938 |
zich haasten |
zich spoeden:
os sjpouwe (L433p Nieuwstadt)
|
zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
18982 |
zich schamen |
zich generen:
zich sjeneire (L433p Nieuwstadt)
|
zich verlegen of onbehaaglijk voelen tengevolge van het besef dat men iets doet of gedaan heeft dat tot oneer of spot strekt, of daar getuige van zijn [zich generen, schieten, sieneren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19247 |
zich vergissen |
vergeten:
vergēte (L433p Nieuwstadt)
|
het mis hebben, zich vergissen [abuis hebben, zijn eigen misgissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20496 |
zich verslikken |
zich verslikken:
zich versjlikke (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18219 |
zich warm aankleden |
goed inpakken:
zich goud inpakke (L433p Nieuwstadt)
|
zich warm aankleden [doffelen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|