27888 |
de stok schieten |
(de) stok schieten:
štǫk šęjtǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Bij de aanleg van een galerij het gesteente met behulp van springstof verwijderen om op deze wijze voldoende galerijhoogte te verkrijgen. Deze handeling vindt plaats nadat de koollaag ter breedte van de galerij en over voldoende diepte is weggenomen (zie ook het lemma De Stok Vrijmaken). [N 95, 430; N 95, 435]
II-5
|
27825 |
de stok vrijmaken |
(de) stok vrijmaken:
dǝ štok ˲vrīmākǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma])
|
De steenkool ter breedte van de galerij en over voldoende diepte wegnemen. De invuller uit Q 33 merkt daarover op dat men deze term op de mijn Emma tot ongeveer 1958 gebruikte. [N 95, 392; monogr.]
II-5
|
19639 |
de tafel afruimen |
de tafel leegmaken:
de taofel laech maake (L433p Nieuwstadt)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19859 |
de tafel dekken |
de tafel klaarmaken:
də taofel klaormáákə (L433p Nieuwstadt),
tafel opmaken:
taofel opmake (L433p Nieuwstadt)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
19640 |
de was blauwen |
blauwen:
(pupke blèj).
blèjje (L433p Nieuwstadt)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
bleike (L433p Nieuwstadt)
|
het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
insprinkelen:
insjprénkele (L433p Nieuwstadt)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
de was stijven:
de wèsj sjtieve (L433p Nieuwstadt)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
28143 |
de watergoot reinigen |
de zouw reinigen:
dǝ zǫw ręjnegǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Julia]),
de zouw schoonmaken:
dǝ zǫw šōnmākǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 790; monogr.]
II-5
|
25548 |
deeg kneden |
kneden:
knē̜ (L433p Nieuwstadt)
|
Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41]
II-1
|