21153 |
dreef |
allee (<fr.):
Van Dale: allee (<Fr.), laan, brede weg tussen twee of meer rijen bomen.
allei (L433p Nieuwstadt)
|
een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18877 |
drenzen |
janken:
janke (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt),
meken:
meeke (L433p Nieuwstadt)
|
drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)] || op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] || op zeurderige toon huilen [knooiachtig, dremmerig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
29037 |
dresseren |
dresseren:
dręsęjrǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Het richten van panden en naden of het modelpersen. Men geeft hierdoor aan verschillende onderdelen vóór het in elkaar zetten de vorm die deze voor een goede val of zit nodig hebben (Gerritse, pag. 53). [N 59, 81b; N 59, 81a]
II-7
|
28869 |
driehoek |
driehoek:
drihǫwk (L433p Nieuwstadt),
winkelhaak:
weŋkǝlhǭk (L433p Nieuwstadt)
|
Een houten teken- en meetinstrument in de vorm van een uitgesneden driehoek met ofwel één hoek van 90o, één van 60o en één van 30o, ofwel één hoek van 90o en twee van 45o. Het is bij voorkeur gemaakt van een houtsoort die niet trekt of splintert (Gerritse, pag. 19). Zie afb. 3. [N 59, 3a; N 59, 3c]
II-7
|
22480 |
driekoningen |
driekoningen:
driekeuninge (L433p Nieuwstadt)
|
De naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18866 |
driftig |
giftig:
giftig (L433p Nieuwstadt)
|
vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22655 |
drijftol |
kokkeral:
kokkeral (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driefzandj (L433p Nieuwstadt),
drīēfsántj (L433p Nieuwstadt)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
27354 |
drijven |
drijven:
drīvǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Een mijngang of galerij langer maken. [N 95, 383; monogr.; Vwo 291]
II-5
|
33413 |
drinkbak voor de kippen |
drinkbak:
dręŋkbak (L433p Nieuwstadt),
zuipbak:
zūp˱bak (L433p Nieuwstadt)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|