21844 |
eenzaat |
eenling:
einling (L433p Nieuwstadt)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23709 |
eer aan de vader |
eer aan de vader:
eer aan de vader (L433p Nieuwstadt)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
eerlik (L433p Nieuwstadt)
|
zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27645 |
eerste hulp |
eerste hulp:
ēštǝ hølp (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De eerste hulp bij ongelukken e.d. Volgens de informant uit Q 3 droeg iedere opzichter een kleine verbanddoos op zak en diende in voorkomende gevallen de eerste zorgen toe. [N 95, 950]
II-5
|
29027 |
eerste pas |
eerste pas:
ējstǝ pas (L433p Nieuwstadt)
|
De eerste, ruwe pas waarvoor het colbert geheel in elkaar moet worden geregen zonder voering. Volgens de informant van K 361 is er maar één pas. [N 59, 76a]
II-7
|
20520 |
eetbare slak |
slek:
sjlèk (L433p Nieuwstadt)
|
slak; Hoe noemt U: Een eetbare slak (karakol, kreukel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24751 |
egelboterbloem |
boterbloem:
boterbloum (L433p Nieuwstadt)
|
Egelboterbloem (ranunculus flammula 15 tot 50 cm groot. De stengels staan rechtop of zijn opstijgend, soms gedeeltelijk liggend en wortelend; de bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig, de onderste zijn lang gesteeld en gaafrandig of iets getand; de b [N 92 (1982)]
III-4-3
|
32788 |
eggen |
egen:
ē̜gǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Het land met de eg bewerken, met de eg over het land gaan. Bedoeld wordt die bewerking waarbij de tanden van de eg door de grond gaan. Voor de bewerking van de grond met een ondersteboven gekeerde eg zie men het lemma ''slepen''. De verschillende manieren van eggen komen in de volgende lemmata aan de orde. NB 1. Hieronder worden de typen eegden, egen en eggen onderscheiden. Onder verwijzing naar dit lemma wordt het betrokken woord(deel) in de volgende lemmata door ''eggen'' resp. ''eggen'' gesubstitueerd. 2. In de volgende lemmata is het werkwoordelijk deel eggen bij de dialectvarianten kortheidshalve weggelaten. In verband daarmee wordt eventuele assimilatie c.q. invoeging van een verbindings-n aan het slot van het aan eggen voorafgaande woord(deel) niet tot uitdrukking gebracht. [JG 1a + 1b; N 11, 79; N 11A, 170; N 15, 3; R 3, 4; div.; monogr.]
I-2
|
34536 |
ei zonder schaal |
liezenei:
lē̜zǝnęi̯ (L433p Nieuwstadt),
lęi̯zǝnęi̯ (L433p Nieuwstadt)
|
Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.]
I-12
|
22445 |
eieren ophalen |
eieren ophalen:
eier ophaole (L433p Nieuwstadt)
|
Eieren ophalen in de week vóór Pasen. [N 88 (1982)]
III-3-2
|