20536 |
fruiten |
braden:
braoə (L433p Nieuwstadt),
frieten:
fritte (L433p Nieuwstadt)
|
fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19727 |
fuchsia |
bellenboom:
-
belle-boum (L433p Nieuwstadt),
bellenboompje:
-
belle-buimke (L433p Nieuwstadt)
|
fuchsia [DC 57 (1982)]
III-2-1
|
25233 |
gaan liggen (van de wind) |
gaan liggen:
de windj is gaon ligge (L433p Nieuwstadt),
zich leggen:
zich léggə (L433p Nieuwstadt)
|
gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20530 |
gaar |
gaar:
gaar (L433p Nieuwstadt),
gáár (L433p Nieuwstadt)
|
gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
28225 |
gaaskap |
gaaskap:
gāskap (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De gaaskap of gaaskorf die zich onder de kooi van de veiligheidslamp bevindt. [N 95, 247; monogr.]
II-5
|
28925 |
gaatjestang |
gatentang:
gātǝtaŋ (L433p Nieuwstadt)
|
Met deze tang maakte men door middel van een holpijpje aan de bovenste zijde van de tang of door middel van een wieltje met verschillende holpijpjes ronde gaatjes voor de knoopsgaten. De informant van L 416 had een tang met 6 tandjes om verschillende gaten te maken. De informant van Q 198 kende geen gaatjestang. [N 59, 30a]
II-7
|
26073 |
galerij |
galerij:
galǝri (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Mijngang in de kool of het gesteente, nagenoeg volgens de strekking van de koollaag. De invuller uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat een galerij evenwijdig aan de laag of door de laag werd gedreven. Een evenwijdig aan de laag gedreven gang, een steengalerij, kon dienst doen als watergalerij. Galerijen in de laag konden zowel "toevoergalerij" als "afvoergalerij" zijn. Soms was een "afvoergalerij" later de "toevoergalerij" voor een andere pijler in diezelfde laag, terwijl het omgekeerde ook kon voorkomen. [N 95, 372; N 95, 383; monogr.; Vwo 69; Vwo 332; Vwo 845]
II-5
|
21314 |
galgenaas |
deugniet:
deugeneit (L433p Nieuwstadt)
|
de algemene naam voor iemand die zich schuldig maakt aan een of ander misdrijf [strop, beest, priek, galgenaas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23265 |
galmgaten |
galmgaten:
galmgaten (L433p Nieuwstadt)
|
De open vensters in de klokketoren, waardoor het geluid van de klok(ken) naar buiten galmt [schalvensters, almsgatter, galmgaten?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25275 |
gang, maat 2 emmers water |
gang (water):
eine gank water (L433p Nieuwstadt)
|
de maat die een inhoud aangeeft van twee emmers water [gang] [N 91 (1982)]
III-4-4
|