e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hakmes hakmets: hakmets (Nieuwstadt) hakmes, hiep [Roukens 03 (1937)] III-2-1
halfhout plat: plat (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Halfrond stuk hout dat voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld als kap of als bekleding, kan dienen. Het gebruik is afhankelijk van de dikte van het gezaagde hout. [N 95, 330; monogr.; Vwo 353; Vwo 354; Vwo 605; Vwo 606] II-5
halfmis halvermis: hauvermèsse (Nieuwstadt) Het moment waarop de mis op de helft is, wat de duur betreft [halfmis, hauvermès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
halfsteile pijler hellende pijler: hɛlǝndjǝ pęjlǝr (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Pijler met een hellingspercentage tussen 20 en 35 graden. Volgens de invuller uit Q 15 kende men op de mijn Maurits uitsluitend hellende pijlers, omdat daar alle lagen een bepaalde helling hadden. [N 95, 285] II-5
hals hals: hals (Nieuwstadt) hals [DC 01 (1931)] III-1-1
halsdoek halsdoek: halsdowk (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), plag: plak (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Domaniale]) Het vierkant stuk stof dat de mijnwerkers als beschermmiddel tegen stof voor de mond of in de hals dragen. [N 95, 65; monogr.; Vwo 326; Vwo 868] II-5
halsgat halsring: halsreŋ (Nieuwstadt) Uitsnijding voor de hals bij het colbert. [N 59, 97] II-7
halsriempje halsriempje: halsręjmkǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Wilhelmina]) Halsriem waar de mijnlamp aan hangt tijdens het klimmen in een schacht. [N 95, 881a; monogr.] II-5
halssnoer collier (fr.): coljé (Nieuwstadt), ketting: ketting (Nieuwstadt), snoer: snour (Nieuwstadt) aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)] III-1-3
halssuçon halssuçon: halssuçon (Nieuwstadt) Volgens de informant van L 271 wordt deze suçon toegepast bij een voorovergaand figuur. [N 59, 94e] II-7