25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste kwartier:
eesjte kwarteir (L433p Nieuwstadt),
halve maan:
hauf moan (L433p Nieuwstadt)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
laatste kwartier:
leste kwarteir (L433p Nieuwstadt)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25261 |
halve pint, kwart liter, maat |
poedeltje snaps:
poedelke sjnaps (L433p Nieuwstadt)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
31129 |
halvezool |
halflap:
hawflap (L433p Nieuwstadt)
|
Nieuwe of extra zool onder de voorste helft van een schoen. [N 60, 233b; N 60, 232a]
II-10
|
18482 |
halvezool [wld ii.10, p. 60] |
halflap:
hāūflap (L433p Nieuwstadt)
|
Een halve zool (halfzool, halflap?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
17659 |
hand |
hand:
handj (L433p Nieuwstadt)
|
hand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19691 |
handdoek |
handdoek:
hantjdowk (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Eisden])
|
De blauw-wit of rood-wit geruite handdoek voor gebruik na het douchen. [N 95, 68; monogr.]
II-5
|
21849 |
handel |
handel:
hanjel (L433p Nieuwstadt)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
koopman:
koupman (L433p Nieuwstadt)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
handelen:
hanjele (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|