28156 |
handhamer |
vuisthamer:
vushāmǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
[N 95, 742; monogr.]
II-5
|
18906 |
handig |
handig:
henjig (L433p Nieuwstadt)
|
goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34566 |
handkar |
handkar:
hantjkar (L433p Nieuwstadt)
|
Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.]
I-13
|
28211 |
handlamp |
elektrische handlamp:
elɛktrišǝ hanjtjlamp (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Laura, Julia])
|
Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.]
II-5
|
27222 |
handlanger |
handlanger:
hanjtjlaŋǝr (L433p Nieuwstadt [Maurits])
|
Niet-geschoolde arbeider die in de mijn meehelpt bij o.a. het vervoer. [N 95, 154]
II-5
|
28893 |
handnaaimachine |
handmachine:
hanjtjmǝšin (L433p Nieuwstadt)
|
Naaimachine die men met één hand in beweging brengt. De informant van L 416 merkt op, dat men de machine aandraait door middel van een rad met een knop. De informant van Q 111* spreekt van een machine met zwengel. De informant van Q 88 vermeldt dat men de handnaaimachine niet meer gebruikt. [N 59, 17c]
II-7
|
28010 |
handpijler |
handpijler:
hanjtjpęjlǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Pijler waarin de steenkool met behulp van de luchthamer wordt gewonnen. Zie ook het lemma Mechanische Pijler. [N 95, 281; monogr.]
II-5
|
32831 |
handrol, tuinrol |
wals:
wals (L433p Nieuwstadt),
welletje:
wɛlkǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Een kleine rol voor gebruik in de tuin of op een klein perceel; deze rol wordt door een persoon voortgetrokken aan een touw dat op twee plaatsen aan het raam bevestigd is, of aan een met het raam verbonden steel met handgreep. Zie de afb. 85 en 86. [JG 1a; N 11A, 186a; A 40, 9f; div.]
I-2
|
27545 |
handschoen, handbeschermer |
handbeschermer:
hantjbǝšɛrmǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
handschoen:
hanjtjšōn (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Handschoen of handbeschermer. Er zijn werkzaamheden waarbij handbeschermingsmiddelen moeten worden gedragen zoals bij ijzertransport en andere waarbij het verboden is om deze middelen te dragen, zoals bij draaiende boren, werken aan bewegende delen van machines of aan- en afkoppelen van wagens (MBK V pag. 139). Lauraders moeten bij hun werk handschoenen dragen. [N 95, 882; N 95, 883]
II-5
|
22879 |
handspel |
hands (eng.):
hens (L433p Nieuwstadt)
|
Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)]
III-3-2
|