e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
middelvinger lange vinger: lange vinger (Noorbeek) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] III-1-1
middenpad middengang: middegaank (Noorbeek) De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
middenschip middengang: middegaank (Noorbeek) De hoofdruimte, de grote middelruimte van een kerkgebouw [schip, langschip, middenschip, middelsjeep?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mier amezeik: aomezeek (Noorbeek), aomezèèk (Noorbeek), hoamezeik (Noorbeek), zwarte amezeik: zwarte aomezeek (Noorbeek) mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] || mier, alg. [DC 43 (1968)] || mier. De algemene benaming? [N102 (1998)] || zwarte huismier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)] III-4-2
mierenei amezeikeneitje: aomezèèke-eike (Noorbeek) mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenhoop nest amezeiken: ’n nis aomezèèke (Noorbeek) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2
mijt afdekken afdekken: āf˱dękǝ (Noorbeek), dekken: dękǝ (Noorbeek), toedekken: tudękǝ (Noorbeek) De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
mijtziekte mijtziekte: mijtziekte (Noorbeek) Acariose. Ziekte in de luchtwegen, veroorzaakt door de Acarismijt. Deze mijt dringt de luchtwegen van de bij binnen en voedt zich met lichaamssappen. De afscheidingsprodukten van de mijten vergiftigen langzaam de getroffen bij. Door snelle vermenigvuldiging van de mijten verstoppen de luchtbuizen, zodat de bij sterft. Bij sterke aantasting kunnen gehele kolonies bijen aan deze ziekte ten onder gaan. Chemische medicamenten kunnen ter bestrijding toegediend worden. Tot voor kort werd deze ziekte bestreden door het doden van bijenvolken en vervoersverboden door de overheid. [N 63, 71b; N 63, 71a; monogr.] II-6
mikken aanleggen: aanlèkke (Noorbeek), mikken: mikke (Noorbeek) scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)] III-3-1
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter millimeter: millimeter (Noorbeek) het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)] III-4-4