e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omkeren keren: kīrǝ (Noorbeek), plooien: plujǝ (Noorbeek) Kadetjes of andere broodjes omdraaien tijdens de rijsperiode. De informant van L 312 merkt op dat "kappen" is een gleuf maken in de kadetjes. [N 29, 96a; monogr.] II-1
omslag omslag: ømšlāx (Noorbeek) Omslag in het algemeen. Boord of rand, doorgaans van verschillende stof of kleur, of met borduurwerk voorzien, welke aan de hals, de mouwen enz. van kledingstukken bevestigd is en bestemd is om omgeslagen of omgevouwen te worden. [N 62, 34e; MW] II-7
omslag [wld ii.7, p.82] omslag: umslaag (Noorbeek) Hoe noemt U de omslag? [N 62 (1973)] III-1-3
omslag van de broek omslag: umslaag (Noorbeek) de omslag van de broek [N 59 (1973)] III-1-3
omtrek, omvang omtrek: umtrek (Noorbeek) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4
onbelangrijk van geen belang: va gé belaank (Noorbeek), weinig: wienig (Noorbeek), winnig (Noorbeek, ... ) niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)] || weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
onbeleefd onbeleefd: onbeleft (Noorbeek) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd lomp: loomp (Noorbeek) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaamd <omschr.> geen schaamte in hebben: geng sjemde in höbbe (Noorbeek), astrant: (Eijsden!).  esjtraant (Noorbeek) geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)] III-3-1
onbewolkt klaar: kloar (Noorbeek) onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] III-4-4