e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

Gevonden: 3664
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsbalk biels: biels (Noorbeek) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk van de hooihark balk: balǝk (Noorbeek) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3
dwarsbouwers dwarswerkers: dwērswęrkǝrs (Noorbeek) Bijen die dwars of kruisgewijze door de korf heen bouwen. [N 63, 17d; N 63, 17c] II-6
dwarsdrijver strever: sjtrèver (Noorbeek), tegenstrever: tengesjtrèver (Noorbeek) iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] || zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze streek stomme streek: stòmme sjtrièk (Noorbeek) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dwaze, onbezonnen daad streek: sjtrièk (Noorbeek) een dwaze onbezonnen daad [akt, actie, kapsie] [N 85 (1981)] III-1-4
dwingen dwingen: dwinge (Noorbeek) het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] III-1-4
eau de cologne reuksel: ruuksel (Noorbeek) reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)] III-1-3
echo echo: écho (Noorbeek) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot man: der maan (Noorbeek, ... ), mienge maan (Noorbeek) de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)] III-2-2