e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgebit van kalveren melktanden: mɛlktan (Noorbeek), tanden: tɛŋ (Noorbeek) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug melk: melǝk (Noorbeek), zog: zox (Noorbeek) [N 19, 20] I-12
melkkar melkkar: męlǝkkar (Noorbeek) Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.] I-13
melkkoe goede melkkoe: gōi̯ mɛlǝkō (Noorbeek), melktype: mɛlktip (Noorbeek) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkspiegel melkspiegel: mɛlkšpīgǝl (Noorbeek) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje melkstoel: mɛlkštul (Noorbeek) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: meloen (Noorbeek), ideosyncr.  meloen (Noorbeek) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: mienge (Noorbeek), peizen: (Eijsden!).  peize (Noorbeek) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1
menggereedschap mengschup: meŋšø̜p (Noorbeek) De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b] II-1
mengmachine voor deeg deegmachine: dē̜xmašiŋ (Noorbeek) Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103] II-1