id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17668 | middelvinger | lange vinger: lange vinger (Noorbeek) | Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] III-1-1 |
23358 | middenpad | middengang: middegaank (Noorbeek) | De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |
23353 | middenschip | middengang: middegaank (Noorbeek) | De hoofdruimte, de grote middelruimte van een kerkgebouw [schip, langschip, middenschip, middelsjeep?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |
24352 | mier | amezeik: aomezeek (Noorbeek), aomezèèk (Noorbeek), hoamezeik (Noorbeek), zwarte amezeik: zwarte aomezeek (Noorbeek) | mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] || mier, alg. [DC 43 (1968)] || mier. De algemene benaming? [N102 (1998)] || zwarte huismier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)] III-4-2 |
24423 | mierenei | amezeikeneitje: aomezèèke-eike (Noorbeek) | mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2 |
24424 | mierenhoop | nest amezeiken: ’n nis aomezèèke (Noorbeek) | mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2 |
33094 | mijt afdekken | afdekken: āf˱dękǝ (Noorbeek), dekken: dękǝ (Noorbeek), toedekken: tudękǝ (Noorbeek) | De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4 |
28569 | mijtziekte | mijtziekte: mijtziekte (Noorbeek) | Acariose. Ziekte in de luchtwegen, veroorzaakt door de Acarismijt. Deze mijt dringt de luchtwegen van de bij binnen en voedt zich met lichaamssappen. De afscheidingsprodukten van de mijten vergiftigen langzaam de getroffen bij. Door snelle vermenigvuldiging van de mijten verstoppen de luchtbuizen, zodat de bij sterft. Bij sterke aantasting kunnen gehele kolonies bijen aan deze ziekte ten onder gaan. Chemische medicamenten kunnen ter bestrijding toegediend worden. Tot voor kort werd deze ziekte bestreden door het doden van bijenvolken en vervoersverboden door de overheid. [N 63, 71b; N 63, 71a; monogr.] II-6 |
21745 | mikken | aanleggen: aanlèkke (Noorbeek), mikken: mikke (Noorbeek) | scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)] III-3-1 |
25320 | millimeter, maat, 1000ste deel van een meter | millimeter: millimeter (Noorbeek) | het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)] III-4-4 |