19444 |
binnenplaats |
cour (fr.):
cour (Q197p Noorbeek),
plei:
plei (Q197p Noorbeek)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21820 |
binnensmonds praten |
knauwelen:
WNT: sub knauwen, afl. knauwelen, 2. gedurig, langzaam, kauwen; ook: herkauwen. Fig. voor: zeurderig met iets bezig zijn, telkens er op terugkomen.
knouwele (Q197p Noorbeek)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
van links:
va links (Q197p Noorbeek)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
28837 |
binnenvoering |
linnen:
lenǝ (Q197p Noorbeek),
stijve stof:
stif stof (Q197p Noorbeek)
|
Voeringstof die steun en vormvastheid geeft aan bepaalde plaatsen en onderdelen van een kledingstuk. Er zijn verschillende soorten binnenvoering. Zo is stoom een gaas dat sterk gepapt is, in katoen of rayon (Meima I, pag. 209). Dit dient voor tussenvoering in vesten en de onderkant van mouwen. [N 59, 36; N 59, 39; N 59, 133]
II-7
|
29044 |
binnenvoering innaaien |
voer inzetten:
vōr enzętǝ (Q197p Noorbeek)
|
Het innaaien van de binnenvoering. [N 59, 118]
II-7
|
30712 |
binnenwerk |
binnen verven:
benǝ vɛrvǝ (Q197p Noorbeek)
|
Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a]
II-9
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetesj (Q197p Noorbeek)
|
een grote binnenzak onder in de jas,(notariszak, notaristes?) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
cinema (Q197p Noorbeek, ...
Q197p Noorbeek)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19352 |
bits |
snauwetig:
sjnouwetig (Q197p Noorbeek, ...
Q197p Noorbeek)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18113 |
blaar |
blaar:
blaor (Q197p Noorbeek)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|