22686 |
circus |
circus:
cirkus (Q197p Noorbeek),
cirque (fr.):
t sirk (Q197p Noorbeek)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
ring:
rink (Q197p Noorbeek, ...
Q197p Noorbeek)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
34517 |
coccidiosis |
coccidiosis:
kǫksidiōdǝs (Q197p Noorbeek)
|
Ziekte veroorzaakt door coccen. Coccidiosis aan de dunne darm, kuikendiarree. [N 19, 64]
I-12
|
24406 |
cocon |
pop:
póp (Q197p Noorbeek, ...
Q197p Noorbeek),
ideosyncr.
pop (Q197p Noorbeek)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18518 |
colbertjasje |
jas:
jas (Q197p Noorbeek)
|
het colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
23418 |
communiebank |
communiebank:
communiebaank (Q197p Noorbeek)
|
De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23419 |
communiekleed |
communiebankdoek:
communiebaankdook (Q197p Noorbeek)
|
Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25532 |
compact |
stijf:
štīf (Q197p Noorbeek)
|
Zwaar, compact of stug, gezegd van bloem. Ten aanzien van het woordtype "vette" zij opgemerkt dat bloem, gemalen van inlandse tarwe, glad zal aanvoelen, als men deze tussen vinger en duim wrijft (Schoep blz. 19). De bakker spreekt dan over het vettig aanvoelen van de bloem. In feite heeft dit niets met het vetgehalte van de bloem te maken. Door de informanten wordt de bloem als "zwaar" beschouwd wanneer die veel zemelen in zich heeft (Q 121, Q 121e) of wanneer die niet poreus is (K 314). De bloem wordt "stijf" gemoemd, als het deeg meer water nodig heeft. [N 29, 16]
II-1
|
21224 |
compartiment |
coup (fr.):
coupé (Q197p Noorbeek)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
32599 |
composthoop |
mengel:
meŋǝl (Q197p Noorbeek)
|
Bedoeld wordt een hoop van plantenresten, kaf-afval, zacht heggeknipsel, keukenafval, afval van weide of boomgaard, enz. die men regelmatig omzet en laat verteren tot vooral over de weide te strooien compost. [N M, 10c add.; N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 38a + b; monogr.]
I-1
|