18693 |
pullover |
pullover:
pullover (L322a Nunhem)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
punt:
pøntj (L322a Nunhem)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
17594 |
pupil |
kijker:
i.e. pupil.
kieker (L322a Nunhem),
pupil:
pupil (L322a Nunhem)
|
oog: ooglid [N 10a (1961)] || Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33635 |
putemmer |
putemmer:
pøͅtømər (L322a Nunhem)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33624 |
putgalg |
putmik:
putmik (L322a Nunhem, ...
L322a Nunhem)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
puthaak:
pøͅthōͅk (L322a Nunhem)
|
[N 12 (1961)]
I-7
|
24227 |
putter |
distelvink:
distelvink (L322a Nunhem, ...
L322a Nunhem),
putter:
pötter (L322a Nunhem, ...
L322a Nunhem)
|
putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18610 |
pyjama |
pyjama {pijama}:
pyama (L322a Nunhem)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
30182 |
raamwerk |
gescheer:
gǝšēǝr (L322a Nunhem),
gǝšīǝr (L322a Nunhem)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|