19377 |
verdieping |
stock (d.):
1ste of 2de sjtok. Dit was het oude woord.
sjtok (L322a Nunhem),
verdieping:
dit woord gebruikt men tegenwoordig.
verdeeping (L322a Nunhem)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed:
leid (L322a Nunhem),
pijn:
pien (L322a Nunhem),
verdriet:
verdreet (L322a Nunhem)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
verzijen:
vǝrzii̯ǝ (L322a Nunhem)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsie (L322a Nunhem),
kwijt:
kwiet (L322a Nunhem)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17924 |
verfrommelen |
frommelen:
frômmele (L322a Nunhem)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergadere (L322a Nunhem)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
30272 |
vergaring |
vergaring:
vǝrgēreŋ (L322a Nunhem)
|
De verbindingen of de raakvlakken tussen de uiteinden van de velgblokken. [N 17, 66; N G, 45c, monogr]
I-13
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergaetechtig (L322a Nunhem)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18054 |
vergiftigen |
vergiftigen:
vergiftige (L322a Nunhem)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhaol (L322a Nunhem)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)]
III-3-1
|