e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nunhem

Overzicht

Gevonden: 3136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broodmes broodmes: brŏŏdmets (Nunhem) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodpap broodpap: bróódpap (Nunhem), pap met broodstompen: pap mit bróódstjump (Nunhem) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop mikkenman: mikkeman (Nunhem) Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
brug brug: brøk (Nunhem) Het plankier op gelijke hoogte van de voormaler. [monogr.] II-8
brugman brugman: brøkman (Nunhem) Arbeider die de klei in de voormaler deponeerde [monogr.] II-8
brullen brullen: brølǝ (Nunhem) Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
brulziekte de brul hebben: (de koe heeft) dǝ brø̜lǝ (Nunhem) Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C] I-11
brutaal astrant: astrant (Nunhem), frech (du.): vrek (Nunhem) geen schaamte hebbend [(zeer) brutaal, astrant, frech, vrank, frank] [N 87 (1981)] || zeer onbeschaamd, zeer brutaal [astrant, ekstrant, onbeschoft] [N 85 (1981)] III-3-1
bui, regenbui schuil regen: ein sjoel raegen (Nunhem) regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
buik (spotnamen) bierpens: Voor iem. die dit heeft door drinken.  beerpens (Nunhem), buik wie een burgemeester: hae haet inne boek wiej eine börgemeister (Nunhem), pens: pens (Nunhem) buik: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1