e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L427p plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maretak haamspeen: haanspiên (Obbicht) marentak [SGV (1914)] III-4-3
mariabeeld mariabeeld: mariabeeld (Obbicht), moedergods: modder gaods (Obbicht) Een beeld van Maria met of zonder het kind Jezus op de arm. [N 96B (1989)] || Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
marialied marialiedje: marialeedje (Obbicht) Een Marialied. [N 96B (1989)] III-3-3
marmer marmer: marmer (Obbicht) marmer [SGV (1914)] III-4-4
marmeren beeld beeld: e marbele beelt (Obbicht), e marmere beeld (Obbicht) Marmeren beeld. [N 06 (1960)] III-3-2
masker masker: masker (Obbicht), mommegezicht: moommegezich (Obbicht) masker [SGV (1914)] III-3-2
masturberen (-) aftrekken: zich aaftrèkke (Obbicht), zich aftrekken: zich aaftrèkke (Obbicht) onanie plegen, zichzelf bevlekken [zn eige aftrekke, afspelen] [N 10C (1995)], [N 10C (zj)] III-2-2
mathaak pik: pek (Obbicht), pikhaak: pekhǭk (Obbicht), pikkel: pekǝl (Obbicht), zichtehaak: zextǝhǭk (Obbicht) Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2] I-4
matras strozak: strozak (Obbicht) Het algemene woord voor een met stro, paardehaar, kapok, veren enz. stijf gevulde beddezak die dient als onderbed (matras, bed) [N 79 (1979)] III-2-1
matrozenpakje matrozenpakje: WBD  metraozepekske (Obbicht) matrozenpakje (soort jongenskostuum) [N 26 (1964)] III-1-3