21431 |
leuren |
de boer opgaan:
de boer op goan (L427p Obbicht),
venten:
vente (L427p Obbicht)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
t lééve (L427p Obbicht)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
lè.ver (L427p Obbicht)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
lééverwoos (L427p Obbicht)
|
leverworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
17540 |
lichaam |
lichaam:
lichaam (L427p Obbicht),
lijf:
lie.f (L427p Obbicht),
līēf (L427p Obbicht)
|
lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17971 |
lichaamskracht |
kracht:
krag (L427p Obbicht, ...
L427p Obbicht)
|
lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)]
III-1-2, III-1-4
|
18084 |
lichaamsvocht |
leewater:
leiwāter (L427p Obbicht)
|
leewater [SGV (1914)]
III-1-2
|
19353 |
lichtgeraakt, kregel |
hortig:
hoeurtig (L427p Obbicht),
klierig:
kliêrig (L427p Obbicht, ...
L427p Obbicht),
lichtgeraakt:
lichgeraak (L427p Obbicht),
opvliegend:
opvlēgend (L427p Obbicht)
|
kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)]
III-1-4
|
17656 |
lidmaat, ledematen |
lid, leden:
leet (L427p Obbicht)
|
ledematen, lidmaat [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
liedje:
leetje (L427p Obbicht)
|
lied [SGV (1914)]
III-3-2
|