26825 |
mand |
mand:
męnj (L427p Obbicht),
mandel:
mɛnjǝl (L427p Obbicht)
|
De algemene benaming voor een uit wissen gevlochten mand. Zie ook afb. 284. Uit het materiaal blijkt dat er niet altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen de woorden mand en korf. Als dat wel wordt gedaan, duidt men met het eerste woord eerder een mand met oren aan, terwijl men het tweede gebruikt voor een mand met een hengsel (vgl. Janssens, pag. 24 e.v.). Zie ook het lemma ɛkorfɛ.' [N 20, 48; N 40, 37; L 1 a-m; S 23; monogr.]
II-12
|
17984 |
mankeren |
mankeren:
mankeere (L427p Obbicht),
schelen:
sjēle (L427p Obbicht)
|
mankeren [SGV (1914)] || schelen, mankeren [SGV (1914)]
III-1-2
|
34449 |
mannelijk jong van de geit |
geitenbokje:
gęi̯tǝbø̜kskǝ (L427p Obbicht)
|
[N 19, 71b; N 19, 71a; N 77, 76; A 9, 21]
I-12
|
34051 |
mannelijk kalf |
durenkalf:
dyrǝ[kalf] (L427p Obbicht)
|
[N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.]
I-11
|
34052 |
mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen |
pinkstier:
peŋkstīr (L427p Obbicht)
|
Algemeen kan men zeggen dat het hier gaat om een kalf van ongeveer één jaar oud. [N 3A, 16; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
34476 |
mannelijk kuiken |
haantje:
hē̜nkǝ (L427p Obbicht)
|
[N 19, 41b; L A2, 507]
I-12
|
34393 |
mannelijk schaap |
schaapsbok:
šǭpsbok (L427p Obbicht)
|
Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.]
I-12
|
21918 |
mannelijke duif |
hoorn:
einen hooren (L427p Obbicht)
|
Mannetjesduif. [SGV (1914)]
III-3-2
|
24204 |
mannelijke eend |
wenderik:
węndǝrek (L427p Obbicht)
|
[GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]
I-12
|
34446 |
mannelijke geit |
geitenbok:
gęi̯tǝbok (L427p Obbicht)
|
[N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|