e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruis pruis: Pruusj (Obbicht) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruises: Pruusjis (Obbicht) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutser sukkelaar: sukkelêr (Obbicht), suukkelêr (Obbicht) sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
puber aanspanner: aanspender (Obbicht), sneuzel: sneuzel (Obbicht) iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] III-2-2
puistjes puisten: puiste (Obbicht) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
punt van het blad van de zeis punt: pøntj (Obbicht) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip punt: punjt (Obbicht) punt [SGV (1914)] III-4-4
putzwengel wip: wep (Obbicht) [SGV (1914)] I-7
raad raad: road (Obbicht) raad [SGV (1914)] III-1-4
raadsel(tje) raadsel(tje): e rèùtselke (Obbicht), en raodsel (Obbicht) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2