19057 |
raar, vreemd |
vreemd:
vrêmd (L427p Obbicht)
|
01; vreemd [SGV (1914)]
III-1-4
|
28447 |
raat |
raat:
roǝt (L427p Obbicht)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
raoje (L427p Obbicht),
roaje(n) (L427p Obbicht)
|
raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-2
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
ruffele(n) (L427p Obbicht),
ruffelen:
røfǝlǝ (L427p Obbicht)
|
rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenjager:
špenəjēͅgər (L042p Obbicht),
WBD
sjpénnejaeger (L427p Obbicht),
spinnenkop:
WBD
sjpénnekop (L427p Obbicht)
|
raagbol [SGV (1914)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
19433 |
ramen lappen |
lappen:
lappen (L427p Obbicht),
zemen:
zemen (L427p Obbicht)
|
Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24626 |
rank |
reng (mv.):
reng (L427p Obbicht)
|
ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)]
III-4-3
|
33580 |
ranken van de wingerd |
ranken:
reng (L427p Obbicht)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
20515 |
ranzig |
garstig:
garstig spek (L427p Obbicht)
|
garstig spek [..] [SGV (1914)]
III-2-3
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L427p Obbicht, ...
L427p Obbicht)
|
rasp [SGV (1914)] || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|