e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

Gevonden: 2561
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geren geren: giǝrǝ (Obbicht) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gerst gerst: gēęš (Obbicht) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geslachtsgemeenschap hebben poppen: póppe (Obbicht) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
geslachtsrijpe koe dekrijp rind: dɛkrīp rentj (Obbicht) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesloten kapelletje? kapelletje: kepelke (Obbicht) Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)] III-3-3
gesneden haan kapuin: kapūn (Obbicht  [(verouderd)]  ) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk schaap gesneden bok: gǝsnei̯ǝ bok (Obbicht) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Obbicht), gesneden beer: gǝsnei̯ǝ bē̜r (Obbicht), gesneden berg: gǝsnei̯ǝ bɛrx (Obbicht) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: sjoon mit ein gasp (Obbicht) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] III-1-3
gestichte mis gestichte mis: gestichde mès (Obbicht) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3