e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

Gevonden: 2561
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huisvlieg, vlieg huisvlieg: hoesvleeg (Obbicht), vlieg: vleeg (Obbicht, ... ) huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)] III-4-2
huisvuil rotzooi: rotzooi (Obbicht), vuil: vuil (Obbicht) Huisvuil (rommel, rotzooi, vuiligheid, vuilnis, vuil, vullis, ruwenis) [N 79 (1979)] III-2-1
huiszegen huiszegen: hoeszaege (Obbicht) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3
huiveren rijderen: rie.ere (Obbicht), riejere (Obbicht), schuivering: sjuvering (Obbicht) huiveren [SGV (1914)] || huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] III-1-2
hul falie: faalje (Obbicht) hul (kap) [SGV (1914)] III-1-3
hurken zich op de hukken zetten: zich oppe huuke zètte (Obbicht) hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] III-1-2
huurhuis verhuurd huis: verhuurt hoes (Obbicht) huurhuis [SGV (1914)] III-2-1
huurpenning meepenning: meepenning (Obbicht) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijk trouwen, het -: ⁄t trouwe(n) (Obbicht) huwelijk [SGV (1914)] III-2-2
ijspegel ijspegel: iespegel (mv.) (Obbicht), ijspiel: iespele (mv.) (Obbicht), ijspin: iespin (mv.) (Obbicht) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4