e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een april een april: ien april (Oirlo) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
een askruisje halen askruisje halen: askruuske hale (Oirlo) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een berisping krijgen uitgeschobd krijgen: den krieg ze uûtgeschoept (Oirlo) een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] III-1-4
een bevel opvolgen luisteren: luustere (Oirlo) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een borrel drinken proeven: pruuve (Oirlo), Dur te veul gepruËf verdwien t höj uut de ruËf: drank leidt tot armoede  gepruūf (Oirlo), tutteren: Mienen oeëme haaj wer go‰d getutterd  tuttere (Oirlo), wippen: As klötje wipte hij enne goeje òp en àf vur speules, már nòw hij groeët is wipt hij ze liever aachteraover  wippe (Oirlo) borrel drinken || drinken van borrels || het drinken van een borrel || jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
een boterham smeren een boterham smeren: əm botəram smē̝ͅrə (Oirlo) smeren [RND] III-2-3
een cadeau geven geven: gaeve (Oirlo), schenken: schinke (Oirlo), verjaardagscadeau (zn.): verjäördagskedo (Oirlo) Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2
een dak beschieten beschieten: bǝsxītǝ (Oirlo) Een houten beschot op de gordingen aanbrengen. [N 54, 174b; monogr.] II-9
een ei ei: ē̜i̯ (Oirlo), tuutei: tȳtei̯ (Oirlo) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een gelofte doen gelofte: gelofte (Oirlo) Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)] III-3-3