e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesloten kapelletje? heiligenhuisje: hellige huuske (Oirlo) Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)] III-3-3
gesneden haan kapuin: kǝpūn (Oirlo) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: børǝx (Oirlo), bø̜rx (Oirlo) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken gesneden zog: gǝsnei̯ǝ zux (Oirlo) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
gesp gesp: gèsp (Oirlo), gespel: schoen mit eine guspel (Oirlo) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gesteven voorstuk van een overhemd front: frônt (Oirlo) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestichte mis gestichte mis: gestichte mis (Oirlo) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
gestreepte broek streepboks: streep bôks (Oirlo) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Oirlo) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2
getatewaal geteutel: getottel (Oirlo) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1