e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kam kam: kaam (Oirlo) kam [SGV (1914)] III-1-3
kamer kamer: Ien de kamer stón neej stuËl : (= neutraal) Hij is óp zien kamer: (= persoonsgebonden )\'t Oeëg van vrow mekt de kamer zËver: Eigen toezicht boekt het meeste resultaat  kamer (Oirlo) kamer III-2-1
kamerjas peignoir (fr.): penjewaar (Oirlo) kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)] III-1-3
kamerschieten kamerschieten: meestal s morgens vroeg  kamerschiete (Oirlo) Het gebruik om tijdens het rekken van de processie donderbussen af te schieten [kamere aafsjisse]. [N 96C (1989)] III-3-2
kammen kammen: keime (Oirlo) kammen (ww.) [SGV (1914)] III-1-3
kampen afkampen: afkampe (Oirlo) Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
kamperfoelie wilde kamperfoelie: wilde kamperfoelie (Oirlo) Wilde kamperfoelie (lonicera periclymenum 150 tot 300 cm grote klimplant met houtige stengels; de bladeren zijn tegenoverstaand en meestal gaafrandig; de bloemen staan in (schijn)kransen of hoofdjes met een lange kroonbuis, geelachtig wit of purperrood [N 92 (1982)] III-4-3
kanaal kanaal: kanaal (Oirlo) een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)] III-3-1
kandeel biertjespap: bier(k(es)-pap (Oirlo) kandeel; Hoe noemt U: Warme drank bereid uit wijn (bier, melk) met eierdooiers, suiker en kaneel, al of niet met wittebrood (kandeel, zuipen) [N 80 (1980)] III-2-3
kandelaar kaarsenstander: kersestender (Oirlo, ... ), kaarsluchter: kersluchter (Oirlo), kandelaar: kândeler (Oirlo, ... ) kaarsenstandaard || kandelaar || lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1