e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lievevrouwebedstro bedstro: bedstro (Oirlo), reindersknoppen: Heukels: tandzaad of boerenwormkruid  reindersknoppen (Oirlo) Onzelievevrouwebedstro (asperula odorata 10 tot 30 cm groot. De stengels zijn glad, de bladeren staan in kransen van 6 tot 8 lancet- tot spatelvormige bladeren, ze zijn vrij breed en puntig, de bladrand is meestal wat ruw; de bloemen staan in lang geste [N 92 (1982)] III-4-3
liggen liggen: ligge (Oirlo) liggen [SGV (1914)] III-1-2
ligger ligger: ligger (Oirlo) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
liguster ligusterheg: leguster-heg (Oirlo) De liguster; een struik van 1-4 m hoogte met grauwe opgerichte takken, heeft witte bloemen en zware kogelvormige erwt-grote bessen; zeer bekend als haagplant (merekenspalm, theeboom, mondhout, heggesering). [N 82 (1981)] III-4-3
lijden lijden: lieje (Oirlo) een onaangename toestand verduren [lijden, onderstaan] [N 85 (1981)] III-1-4
lijkbaar lijkbaar: liekbaar (Oirlo), liekbaor (Oirlo, ... ) De lijkbaar [liechebaar, baar]. [N 96D (1989)] || lijkbaar III-2-2, III-3-3
lijkenhuisje dodenhuisje: doeejehuuske (Oirlo), lijkenhuisje: liekehuuske (Oirlo) Het gebouwtje op of bij het kerkhof, waar de lijkbaar staat en waar men vroeger zo nodig een lijk tijdelijk onderbracht [lijkenhuisje, liek(e)huuske, dodenhuisje, doeëdehuus-je?]. [N 96A (1989)] III-3-3
lijkstro dodenbosje: De lijkkist werd dan op een wagen of kar geplaatst. De bodem was bedekt met stro. Bij kruispunten van wegen werd halt gehouden en, volgens oud gebruik, een klein bosje stro verbrand. Dit was een overblijfsel van een heidens gebruik, om boze geesten op een dwaalspoor te brengen  dojjeböske (Oirlo), lijkenstrooi: liekeströj (Oirlo), lijkstrooi: liekströj (Oirlo), strooibosje: Bij begrafenissen stond vroeger de lijkkist op stro op een kar. Bij kruispunten en splitsingen van wegen werd halt gehouden en een klein bosje stro verbrand. Dit was een overblijfsel uit de heidense tijd: een poging om boze geesten op een dwaalspoor te brengen  ströjböske (Oirlo) bosje stro || lijkstro || strobosje (zie toel.) III-2-2
lijkwagen lijkenwagen: liek(e)wage (Oirlo), lijkwagen: liekwage (Oirlo) de lijkwagen [doeëdewaan] [N 96D (1989)] || lijkwagen III-2-2
lijkweg lijkweg: speciale route die door de begrafenisstoet gevolgd wordt  liekweg (Oirlo) lijkweg III-2-2