e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lork lariks: lariks (Oirlo) De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)] III-4-3
losse linnen halsboord losse boord: losse boord (Oirlo) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3
losse manchet losse manchet: losse manchette (Oirlo) manchet, los [hemdsband, toet] [N 23 (1964)] III-1-3
losse plankbrug vlonder: vlônder (Oirlo), vonder: vonder (Oirlo) een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)] || vlonder (vonder) [SGV (1914)] III-3-1
losse zak onder de rok losse tas: losse tès (Oirlo, ... ) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
loten loten: loten (Oirlo) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loten add.: loterij loterij: lotterij (Oirlo) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loteren, los zitten uitlodderen: uûtloddere (Oirlo) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
loven en bieden bieden: bieje (Oirlo) loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] III-3-1
luchtballon luchtballon: luchtballôn (Oirlo) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1