e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muisjes muisjes: Bij n neej ki‰ndje kriede duk beschuut mit muËskes MuËske,muËske,muËske, geft mij òwwen neejen tând, dan kriede gij dn âlde  muūskes (Oirlo) muisje,soort hagelsagkorrel III-2-3
muizen muizen: moeze (Oirlo), müze (Oirlo), jagen van de kat op muizen  moēze (Oirlo, ... ) Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] || muizen || muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
mul (zand) mul: mul (Oirlo) mul [SGV (1914)] III-4-4
muntgeld baar geld: Opm. is groter.  baar geld (Oirlo), los geld: los gaeld (Oirlo) Inventarisatie uitdrukkingen voor: muntgeld, klinkend geld in het algemeen [geen bankbiljetten dus] [speeses?] [N 21 (1963)] III-3-1
muts: algemeen kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.  kips (Oirlo), kips met klep: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.  kieps mit klep (Oirlo), muts: muts (Oirlo), møts (Oirlo) muts, hoofddeksel zonder klep of stijve rand [klots, koetsj, pars] [N 25 (1964)] || pet, muts, klak [RND] III-1-3
muur muur: mȳr (Oirlo) Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld] II-9
muurkapelletje kapelletje: kepelke (Oirlo) Een kastje of kleine nis, aangebracht tegen een muur en voorzien van een beeld of relikwie. [N 96A (1989)] III-3-3
muurpeper muurpeper: muur-paeper (Oirlo) Muurpeper (sedum acre 5 tot 15 cm groot. De stengels zijn kruipend, de bloeiende rechtop, kort; de bladeren zijn kortbolrond, zonder stekelpuntje, dicht opeen, lichtgroen van kleur; de bloemen zijn vrij groot en geel; smaakt dikwijls scherp. Bloeitijd i [N 92 (1982)] III-4-3
muziek muziek: muziek (Oirlo) muziek [SGV (1914)] III-3-2
muziekinstrument instrument: instrument (Oirlo) Een instrument waarmee muziek gemaakt kan worden [instrument, muziekje]. [N 90 (1982)] III-3-2