e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nicht genichten: genichte (Oirlo), nicht: neen  nicht (Oirlo) gezamenlijke nichten || nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: niere (Oirlo) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niet gedijen het niet doen: bv. die tulpe doen ’t nie (goed)! (Oirlo), schraal (omschr.): schräöl (Oirlo) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3
niet gunnen neven de neus gaan: dat göt ⁄n nevvede neus (Oirlo), niet gunnen: ze hebben ⁄t mej nie gegund (Oirlo) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
niet haaks schiks: sxeks (Oirlo) Niet zuiver rechthoekig, gezegd van bijvoorbeeld een werkstuk. [N 53, 199b; monogr.] II-12
niet helder van geest halfwijs: halfwies (Oirlo), verdutseld: den is verdutseld (Oirlo) niet goed snik || niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
niet passen niet passen: dat paest nie (Oirlo) niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)] III-1-3
nietsnut lamzak: enne lamzak (Oirlo), lamzak (Oirlo), laplander: láplender (Oirlo), lapzwans: lápswâns (Oirlo), luierik: luierik (Oirlo), strontkerel: stroontkél (Oirlo), vuilerd: voelerd (Oirlo) een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)] || nietsnut || nietsnut, luilak || nietsnutter, onbehouwen vent || vent van niks, zonder inhoud III-1-4
nieuwe maan duistere maan: düstere moan (Oirlo), nieuwe maan: neej maon (Oirlo), Opm. dit is een zijw. uitdrukking (zijw. = zijwoord - zelfst. nw. te vervangen door het pers. vnw. "zij").  neej maon (Oirlo) maan [donkere ~] [SGV (1914)] || nieuwe maan || schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuwjaar nieuwjaar: Ni-j-jaor (Oirlo), nijjaor (Oirlo) 1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] || Oudejaarsdag. [N 06 (1960)] III-3-2