e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwjaar wensen nieuwjaar afwinnen: wie t eerst was  nijjaor afwinne (Oirlo) Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)] III-3-2
nieuws nieuws: neejs (Oirlo), nejs (Oirlo) een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)] || nieuws [SGV (1914)] III-3-1
nieuwsgierig nieuwsgierig: nejsgierig (Oirlo), nijschiereg (Oirlo), vraagachtig: vraogechteg (Oirlo) nieuwsgierig [SGV (1914)] III-1-4
nieuwsgierig kijken nieuwsgierig kijken: neej-sgierig kieke (Oirlo) kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)] III-1-1
nieuwsgierigaard nieuwsgierige aap: neejsgierigenaap (Oirlo), nijsgieregenaap (Oirlo) iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)] || nieuwsgierig persoon III-1-4
niezen niezen: niese (Oirlo), niezen (Oirlo) niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)] || niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2
nijdnagel nagelrand: nagelrānd (Oirlo) stroopnagel (ingescheurd vlees aan de nagelrand) [N 10b (1961)] III-1-2
nijptang knijptang: kniptáŋ (Oirlo) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] II-11
nikkelgeld nikkelgeld: Opm. oorlog.  nikkelgeld (Oirlo) nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)] III-3-1
niknak speculatiemannetje: Syst. WBD  spikkelassie-mennekes (Oirlo) Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] III-2-3