e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
palmtakje palmtakje: palmtekske (Oirlo) Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmwijding: palmwiejing (Oirlo) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmzondag: palmzondag (Oirlo) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
paneel paneel: pǝniǝl (Oirlo) Het min of meer rechthoekige, houten vlak dat door de stijlen en regels wordt omlijst. Zie ook afb. 170 en het lemma ɛpaneelɛ in wld II.9, pag. 121.' [N 56, 130a; monogr.] II-12
paneermeel paneermeel: penieërmael (Oirlo) paneermeel III-2-3
panharing braadharing: braojherring (Oirlo), panharing: groene haring om in de pan te bakken  panherring (Oirlo) panharing III-2-3
panlat panlat: panlat (Oirlo) Lat met een formaat van ongeveer 2 x 3.5 cm (1 x 1.5 duim) die vooral bij dakbedekkingen wordt gebruikt om er de dakpannen op te leggen. Zie ook het lemma ɛpanlattenɛ in wld II.9, pag. 107.' [N 50, 73b; monogr.] II-12
pannen poppen poppen: popǝ (Oirlo) De voegen tussen dakpannen met behulp van stropoppen afdichten. Het woordtype 'poppen' werd in L 210 en omgeving ook gebruikt voor ø̄het fabriceren van bosjes stro voor het dekken van oude dakenø̄. [monogr.; N 32, 44d] II-9
pannen schuren de potten schuren: de pöt schoere (Oirlo) Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)] III-2-1
pannenborstel pannenborstel: pannenbaors(t)el (Oirlo) ronde borstel om pannen te schuren III-2-1