e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
populier (alg.) italiaanse populier: Italiaanse populier (Oirlo), peppel: peppel (Oirlo), populier: populier (Oirlo) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier [SGV (1914)] III-4-3
porseleinbloempje porselein: porselein (Oirlo), schildersverdriet: schildersverdriet (Oirlo) Porselein bloempje (saxifraga umbrosa). Het porselein bloempje, ook Judastranen geheten, doet dienst als dankbaar zaadplantje in niet al te natte en donkere tuinen, dat bij ons goed voort wil, maar bij strenge vorst, zonder sneeuwbedekking, meestal afster [N 92 (1982)] III-2-1
portaal portaal: portaol (Oirlo) portaal III-2-1
portemonnee, beurs portemonnee (<fr.): portemeneej (Oirlo) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
pos joodje: judje (Oirlo) pos (vis) III-4-2
postbode post: de pôst (Oirlo), pōstə (Oirlo) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1
postkoets diligence (fr.): diligence (Oirlo), postkoets: postkoets (Oirlo) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel postzegel: possegel (Oirlo) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1
pot voor eieren kruik: mit kalkwater : om eieren te bewaren  kroek (Oirlo) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
potkachel duiveltje: kacheltje  dūvelke (Oirlo) soort van allesbrander III-2-1