e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenpijpen regenpijpen: raegen-pīēpe (Oirlo) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenwolkje het betrekt: ’t betrekt (Oirlo), waterlucht: en waterlôcht (Oirlo) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenworm dauwpier: doepier (Oirlo), dauwworm: daowwörm (Oirlo), pier: pier (Oirlo, ... ), piēr (Oirlo), regenworm: raegenwörm (Oirlo) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm III-4-2
rei rei: rej (Oirlo) rei [SGV (1914)] III-3-2
reiken naar reiken naar: reike (Oirlo) reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
reis reis: reis (Oirlo) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reischaaf reischaaf: rējsxāf (Oirlo) Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.] II-12
reiskoffer koffer: koffer (Oirlo, ... ), valies (<fr.): vlies (Oirlo) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)] III-3-1
reizen reizen: reizen (Oirlo) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rek schap: schaap (Oirlo) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1