e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roomhorentje roomhorentje: Syst. WBD  roomhorentje (Oirlo) Roomhoren (kréémhorre, vulhorentje, zweretige vinger?) [N 16 (1962)] III-2-3
roos (rosa) roos: roeës (Oirlo), rous (Oirlo), ruəzə (Oirlo), rozenstruik: roeëzestroek (Oirlo), stamroos: stámroeës (Oirlo) roos [SGV (1914)] || roos, soort, stamroos || rozen [RND] || rozestruik III-2-1
roos van de schietschijf roos: roees (Oirlo) De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
roosteren roosteren: rø͂ͅstərə (Oirlo) roosteren III-2-3
rot rot: rot (Oirlo) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] III-2-3
rot, van fruit kaafrot: kaafrot (Oirlo), rot: rot (Oirlo), verrimpeld: die appels zien verrimpeld (Oirlo), voos: voeës (Oirlo) Rot, gezegd van fruit (rotterig, rotsig, rot, meluw). [N 82 (1981)] || rot, helemaal — || Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rotten rotten: rotte (Oirlo), verrimpelen: verrimpeld (Oirlo) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] III-2-3
rotten, van fruit rotten: rotte (Oirlo) Rotten en verschrompelen van appels (slijten, uitdrogen, verrompelen, rotte, verfronselen, verslijten, verrimpelen). [N 82 (1981)] I-7
rouw dragen rouw dragen: rouw drage (Oirlo) Rouw dragen. [N 96D (1989)] III-3-3
rouwband rouwband: rowbând (Oirlo) rouwband; smalle, zwarte band om de linkerarm III-2-2