e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenkrans rozenkrans: roeezekrans (Oirlo) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransgebed rozenkrans: roeezekrans (Oirlo) Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransmaand rozenkransmaand: roeezekransmaond (Oirlo) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn pruimpje: pruumkes (Oirlo), rozijn: rezien (Oirlo, ... ) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] || rozijn, gedroogde druif met pit || verzamelnaam voor krenten en rozijnen III-2-3
rozijnenbrood krentenweg: kreentewég (Oirlo), krinteweg (Oirlo), pruimpjesweg: enne bòttrám van pruumkesweg  pruumkesweg (Oirlo), rozijnenweg: rezieneweg (Oirlo) krenten en/of rozijnenbrood || rozijnenbrood || wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3
rug rug: rug (Oirlo) rug [SGV (1914)] III-1-1
rug van het lemmer botte kant: botte kânt (Oirlo) De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)] III-2-1
ruggengraat ruggenstrang: ruggestrang (Oirlo) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel wervel: wervel (Oirlo) [N 10 (1961)] III-1-1
rui geruizel: gerūzel (Oirlo) uitvallen v veren, ruien III-4-1