e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenplaats binnenplaats: binneplāts (Oirlo), plaats: Zet die toffel már òp ur pláts òp de pláts As de slechter òp de pláts stöt, is \'t te laat um \'t vaerke te maeste: wanneer het voorval te gebeuren staat, is het te laat om (nog) maatregelen te nemen  pláts (Oirlo) binnenplaats || Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)] III-2-1
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen kalotje (<fr.): kelötje (Oirlo) mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)] III-1-3
binnensmonds praten grunselen: WNT: grunselen, een klanknabootsend woord, dat waarschijnlijk het maken van een grommend, knorrend geluid moet aanduiden en wel in de meeste gevallen en genoeglijk geknor of gekneuter.  grunsele (Oirlo) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten binnenstebuiten: binneste bute (Oirlo), krang: krang (Oirlo), krangs: krangs (Oirlo) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)] III-1-3
binnenzak binnentas: binnetès (Oirlo) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop bioscoop: bioskōəp (Oirlo) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: bisdom (Oirlo) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: bisschop (Oirlo) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bits bars: bars (Oirlo, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
bitterzoet stinkhout: ?  stinkholt (Oirlo) Bitterzoet (solanum dulcamara). Een 30 tot 200 cm grote heesterplant, met wat houtachtige stengels en windende takken; de bladeren zijn eivormig, met twee slippen aan de voet, spits. De bloemen groeien in losse trossen en zijn violet van kleur, met grote, [N 92 (1982)] III-4-3