e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staal staal: en staal (Oirlo) kleine hoeveelheid van een koopwaar die aan de koper getoond wordt om hem over de kwaliteit te laten oordelen [staal, monster, kantje] [N 89 (1982)] III-3-1
staan staan: stāōn (Oirlo), stoan (Oirlo) staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
staart staart: start (Oirlo, ... ), stērt (Oirlo), stárt (Oirlo), stɛrt (Oirlo, ... ), stubstaart: ve paard, hond of kat  stoebstárt (Oirlo) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || staart, gecoupeerde — || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-9, III-2-1, III-4-2
stabat mater stabat mater (lat.): stabat mater (Oirlo) Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)] III-3-3
stad stad: stad (Oirlo), stat (Oirlo) stad [RND], [SGV (1914)] III-3-1
stadsomroeper omroeper: umroeper (Oirlo) de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)] III-3-1
staf van de suisse lans: lans (Oirlo), staf: staf (Oirlo) De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)] III-3-3
stal stal: stal (Oirlo) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stallen stallen: stalle (Oirlo) [voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] III-3-1
stam uit een haag stek: stek (Oirlo) Een stam uit een haag (port). [N 82 (1981)] III-4-3