e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stinken ruiken: den ruukt (Oirlo), stinken: den stinkt (Oirlo) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1
stobbe boks: boks (Oirlo), poest: pust (Oirlo), stobbe: stub (Oirlo) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: stul (Oirlo), Enne goeje sto‰l getroffe hebbe: lang wegblijven Vur stuËl en baenk praote: voor een lege zaal/ voor een minimum gehoor spreken  stoēl (Oirlo), zit: Is \'r genne zit mèr  zit (Oirlo) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koerstoel (Oirlo) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep stoep: stoep (Oirlo), trottoir: vroeger waren er geen trottoirs  trottoir (Oirlo) stoep [SGV (1914)] || stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: stoep (Oirlo) stoep [SGV (1914)] III-2-1
stof stof: stof (Oirlo) stof [SGV (1914)] III-2-1
stof afdoen schoonmaken: schónmake (Oirlo) ontdoen van stof/ongeregeldheden III-2-1
stof afnemen stoffen: stôffe (Oirlo), stöffen (Oirlo) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] || stoffen (ww.) [SGV (1914)] III-2-1
stof, zandx stof: stof (Oirlo, ... ) stof [SGV (1914)] III-4-4