e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstandig bijdehand: bej de hând (Oirlo), verstandig: verstendeg (Oirlo), verstendig (Oirlo, ... ) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies verstandskies: (verstandskies) (Oirlo), verstandstand: verstandstānd (Oirlo) verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)] III-1-1
verstellen stukken: støkǝ (Oirlo) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen piepmuis spelen: piepmoes speule (Oirlo), bij het tellen tot 100: schiet in de boks dat het zo dondert  piepmoes (Oirlo) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstuiken verstuiken: verstøken (Oirlo), verstøkt (Oirlo) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
verteerde mest kort mest: kǫrt [mest] (Oirlo), oud mest: ālt [mest] (Oirlo), verbrand mest: vǝrbrānt [mest] (Oirlo) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertrouwen geloven: den geluëf ik wel! (Oirlo, ... ), vertrouwen: vertrouwe (Oirlo, ... ), vertrowwe (Oirlo) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] || vertrouwen III-1-4, III-3-1
vervaldag 1 november?: Note: invuller twijfelt over dit antwoord!  1-nov (Oirlo), tijd van betalen?: Note: invuller twijfelt over dit antwoord!  tijd van betalen (Oirlo) betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)] || Betekenis en uitspraak van het woord vertijen [werkwoord] i.v.m. betalen van schulden? A.u.b. uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] III-3-1
vervelend werk prutswerk: prutswaerk (Oirlo) vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)] III-1-4
verveling verveling: vervaeling (Oirlo) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4