e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verzoek verzoek: verzuuk (Oirlo), vraag: en vraog (Oirlo) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzuimen vergeten zijn: vergaete zien! (Oirlo) nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] III-1-4
vespers uurlof: uurlof (Oirlo), vesper (lat.): v^ɛ:spər (Oirlo) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND] III-3-3
vest vest: veist (Oirlo), vest(je) (Oirlo), vesting: vesting (Oirlo) de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3, III-3-1
vestzakje vestjestasje: vestjestèske (Oirlo) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vetkaars vetkaars: vetkérs (Oirlo) vetkaars III-2-1
vetmesten mesten: mestǝ (Oirlo) Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.] I-11
veulen veulen: vø̄lǝ (Oirlo) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
viaticum laatste communie (<lat.): laeste kemunie (Oirlo) De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)] III-3-3
vier uitersten vier uitersten: 4 utersten (Oirlo) De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)] III-3-3