e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
warkruid wrang: wrang (Oirlo) Warkruid (cuscuta europaea 30 tot 140 cm grote plant. Eenjarige windende woekerplant zonder bladgroen; de stengels zijn dun, met zuignapjes, vaak rood van kleur; de bladeren zijn schubvormig; de bloemen groeien in kleine, dichte hoofdjes en zijn klokvor [N 92 (1982)] III-4-3
warm weerx warm (weer): werm (Oirlo), ⁄t is waerm (Oirlo) warm [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
was was: weisch (Oirlo) wasch [SGV (1914)] III-2-1
wasblok wasbok: wesbòk (Oirlo) driepoot waarop de wastobbe stond III-2-1
wasbord vroebbel: vroebel (Oirlo) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] III-2-1
wasdraad lemmet (<lat.): limet (Oirlo) De in was gedrenkte draad, gebruikt om kaarsen aan te steken [spintlicht?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wasgoed wasgoed: wâsgoēd (Oirlo) wasgoed III-2-1
wasketel sopketel: sopketel (Oirlo), soppot: soppot (Oirlo) grote ronde ketel waarin de was en/of het varkensvoer gekookt werd III-2-1
wasknijper peg: Aanvankelijk werd het wasgoed vastgeklemd met een open gesneden takje ca 10 cm lang. In de lengte was dit voor de helft open gekerft en het werkte zodoende klemmend  peg (Oirlo), pinnetje: pinneke (Oirlo), waspinnetje: wâspinneke (Oirlo) wasknijper || zeer oude benaming voor een soort wasknijper III-2-1
waskom wasblik: wâsblek (Oirlo) waskom III-2-1