| 20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
drûûgwaorst (L216p Oirlo),
knippelworst:
knippelwaorst (L216p Oirlo),
knuppelworst:
knuppelwaorst (L216p Oirlo),
metworst:
metwaorst (L216p Oirlo)
|
droogworst [N 06 (1960)] || droogworst, hangend aan een knuppel aan de vliering/zoldering || harde droogworst
III-2-3
|
| 18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sechrien (L216p Oirlo),
sjagrien (L216p Oirlo),
sáchrien (L216p Oirlo)
|
chagrijn [SGV (1914)] || chagrijn, verdrietige ontevredenheid || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20913 |
champignon |
champignon:
sjampijon (L216p Oirlo),
sjámpejòn (L216p Oirlo)
|
champignon || Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)]
III-2-3, III-4-3
|
| 20821 |
chocolade |
chocolade:
soekelaat (L216p Oirlo)
|
chocolade
III-2-3
|
| 23748 |
christoffelmedaille |
medaille (<fr.) van sint-christoffel:
medallie van st christoffel (L216p Oirlo)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 19943 |
chrysant |
kleine zonnebloem:
klène zônnebloem (L216p Oirlo)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
| 23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (L216p Oirlo),
siborie (L216p Oirlo)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20545 |
cichorei |
koffiepeek:
koffiepaek (L216p Oirlo),
koffiepek:
koffiepaek (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
suikerij:
soekereej (L216p Oirlo),
soekerei (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
soekkerei (L216p Oirlo),
Deze naamgeving berust op volksethymologie met de bijgedachte aan "soeker". Venray bezat tot na W.O.II een "soekereejfebriek
soekereej (L216p Oirlo)
|
chichorei || chircorei, peekoffie || cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] || peekoffie
I-7, III-2-3
|
| 22686 |
circus |
circustent:
serkøstɛnt (L216p Oirlo)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
cirkel (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
kring:
kring (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
(bv. kinderen).
kring (L216p Oirlo),
ring:
enne ring (L216p Oirlo),
ring (L216p Oirlo)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|